De 320 meter lange schietbaan aan de Loes van Overeemlaan tegenover het voormalige Kamp Amersfoort is door gevangenen uitgegraven.
In 1941 werd reeds een aanvang genomen met de aanleg van de schietbaan tegenover Kamp Amersfoort. Gevangenen uit het kamp werden door de kampleiding gedwongen om werkzaamheden te verrichten, o.a. aan deze schietbaan. Het uitgegraven zand werd door gevangenen, die allen waren ingedeeld in zogenaamde arbeidscommando's, aan weerszijden van de schietbaan gestort. Zo ontstonden twee hoge aarden wallen die de schietbaan bijna volledig omringden. Het zand dat niet werd gebruikt om de aarden wallen op te hogen, werd afgevoerd naar het zuidelijk gedeelte van het kamp waar extra houten barakken voor gevangenen werden gebouwd. Dit zand werd afgevoerd met behulp van een smalspoor.
Deze plek was tevens één van de vele fusilladeplaatsen in de omgeving. Direct na de oorlog werden in de schietbaan enkele massagraven blootgelegd. Aan het einde van de schietbaan vond men het graf van 49 gevangenen die werden gefusilleerd als represaille voor de aanslag op "SS-Obergruppenführer und General der Waffen-SS und der Polizei"; Hanns Albin Rauter.