Hij sprak toen de hoop uit dat de pastoor deze nog jaren lang in goede gezondheid mocht gebruiken.  Vandaag de dag zouden we met deze woorden de wenkbrauwen behoorlijk fronsen.
Het officiële afscheid vond plaats op 19 januari daaropvolgende. In de aula van de meisjesschool volgde een drukke receptie. Twee werkjes werden op verzoek van de scheidende pastoor nog gezongen: „O bone Jesu” en „Das Gebet” Van Mozart.

Op 15 maart 1964 werd pastoor Kuepers geïnstalleerd als de nieuwe parochieherder en tijdens de jaarvergadering op 19 maart kon het koor kennismaken met haar nieuwe voorzitter. Tijdens de plechtige hoogmis op Eerste Paasdag zong het koor, onder leiding van Wiel Kranen, de Messe in G dur van Schubert. Bijzonder memorabel is dat Joop Kranen, toen nog pas 16 jaar, voor de eerste keer de begeleiding op het orgel voor zijn rekening nam.