Bergen-Belsen was een berucht concentratiekamp uit de Tweede Wereldoorlog waar ongeveer
70.000 mensen zijn vermoord. Het kamp was het grootste concentratiekamp binnen Duitsland.
Het ligt in de deelstaat Nedersaksen, vijftig kilometer ten noorden van Hannover
en ten zuidwesten van het stadje Bergen.
Het kamp is in 1940 gesticht als kamp voor
krijgsgevangenen. Vanaf 1941 werden er ongeveer 20.000 Russische soldaten gemarteld
en vermoord. De SS nam het bevel over in april 1943. Er waren geen gaskamers in Bergen
- Belsen, aangezien de massamoorden in de meer oostelijk gelegen kampen plaatsvonden.
Niettemin zijn er duizenden joden, homoseksuelen, Roma en Sinti gemarteld en verhongerd.
Kampleiders
waren SS-Hauptsturmführer Adolf Haas (1943/44) en Josef Kramer (1944/45). Bergen
- Belsen had vijf onafhankelijke deelkampen:
- In het Häftlingslager (gevangenkamp) werden tot februari 1944 ongeveer 500 joden
gevangen gehouden, die het kamp moesten opbouwen.
- In het Sonderlager waren joden met bijzondere papieren opgesloten, de meesten uit
Zuid-Amerikaanse landen. Van de 2.400 gevangen uit het Sonderlager werden er 1.050
in Auschwitz vermoord.
- In het Neutralenlager waren ongeveer 350 joden opgesloten uit neutrale landen.
- Het Sternenlager (jodensterrenkamp) was het grootste kamp van Bergen - Belsen. Hier
bevonden zich in juli 1944 4.100 doorgangsgevangen.
- In het Ungarnlager bevonden zich 1.684 joden uit Hongarije.