Next (right). Previous (left).

-10a-


De foto’s van blz. 11 t/m 17 foto’s zijn ingezonden door Hilde Helsen, die ze gekregen heeft van Annie Seelen, ’n zus van Sjraar Seelen, die vanaf  jan 1959 de leiding had over de VGV.

Annie vertelde dat deze foto’s vroeger bij Sjraar op ’t kantoor hebben gehangen. Sjraar is al lang geleden overleden,


Commentaar op de foto’s door Sef Lamberts:

Na aanvankelijke pogingen om tot een coöperatieve veiling te komen, die mislukten door het geïntrigeer van enkele grote kooplui en onderlinge onenigheid, kwam het in 1909 tot de oprichting van de Venlosche VeilingVereniging met opslagruimte en later kantoor(tje) in de Roodestraat. Het was een project van de Venlose "gerdeneers", lees tuinders, die enige ervaring hadden met hun Land- en Tuinbouwcasino, opgericht in 1883 o.a. als antwoord op de gesloten grenzen t.g.v. de besmetting met de "droefloes", de phylloxera die toen alle wijngaarden verwoestte. (het antwoord daarop was het enten van de druif op de wilde Amerikaanse onderstam).


In de probeerfase veilde men ter hoogte van de vroegere ambtswoning van de burgemeester op de Hamburgersingel (Deken van Oppensingel) en diende de weg, toen bekend als "de Ponywaeg" als aanrit voor de karren met groenten. Het feit dat het Stationshotel niet ver verwijderd was, kan daarbij een rol gespeeld hebben. Het Stationshotel was het huisadres van het Casino. Dat had na 1895 de bijnaam "De Golde Rink".


In de Roodestraat zat men aanvankelijk op een terrein naast de huidige koffieshop, v.h. café Pierre Benders. Later was hier opslagruimte en kantoor van de fa. Frans Jacobs, commissionairs. De VVV handelde alleen in groenten.

Uit ongenoegen met hun "achterstelling" richtten de boeren in 1915 de Coöperatieve Venlosche Veiling op. De CVV handelde in eieren, groeten en fruit.

De grootvader van Sef Lamberts ter vaderszijde was tussen 1890 en 1900 secretaris-penningmeester van het "Casino". De grootvader ter moederszijde, Th. Derkx, werd in 1916 boekhouder bij de pas opgerichte CVV. In 1920 volgde hij Hillenbrand op als directeur. Dit bleef hij tot zijn plotseling overlijden, 19 december 1934.